dinsdag 28 november 2023
Lees en Contempleer de Heilige Schriften! Dit is het Woord van God, Mijn Woord!
Verschijning van de Koning der Barmhartigheid op 25 november 2023 aan Manuela in Sievernich, Duitsland

Ik zie een groot gouden lichtbol die boven ons in de lucht zweeft en negen kleinere gouden lichtballen. Een kleiner lichtbal is onder het grote gouden lichtbal. Het grote gouden lichtbal heeft vier kleinere lichtballen aan zijn rechter- en linkerzijde. De grote lichtbal opent zich en een wonderbaarlijk licht komt naar ons toe. Uit dit mooie licht daalt de Koning der Barmhartigheid bij ons neer. Hij draagt het gewaad en de mantel van Zijn Kostbare Bloed en de grootte gouden koninklijke kroon. Hij heeft kort gekruld bruin-zwart haar en blauwe ogen. In Zijn rechterhand draagt Hij een gouden scepter. Op deze gouden scepter is een kruis gemaakt van robijnen. In Zijn linkerhand draagt de Koning der Barmhartigheid de Vulgata (Heilige Schriften). De lichtbol onder de Koning der Barmhartigheid opent zich. Een engel komt uit deze lichtbal tevoorschijn. Hij knielt in de lucht, spreidt zijn armen en het lijkt me alsof hij Zijn hemelse koning met uitgebreide armen draagt. De kleinere lichtballen aan rechts en links openen zich op dezelfde manier. Er zijn samen negen kleine lichtballen en uit elke kleine lichtbal komt een engel tevoorschijn. De engelen spreiden de rode koninklijke mantel van de Koning der Barmhartigheid uit. Het gewaad en de mantel zijn geborduurd met gouden lelies. De hemelse koning draagt een stralend wit hostie op Zijn borst, waar Zijn hart normaal gesproken te zien is. Deze witte hostie draagt de gouden initialen IHS. A boven het eerste deel van de H kan een kruis worden gezien. Nu spreiden de engelen de koninklijke mantel van de hemelse koning breed uit en zingen: "Sanctus, sanctus,... " eerst in Latijn. (Eigen opmerking: We konden later het lied der engelen identificeren. Het is de "Sanctus" uit de 8e Gregorianische Engelmis, de "Missa des Angelis", die ik helaas niet kennis). Dan bidden ze het in Duits: "Heilig, heilig, heilig, Heer aller macht en kracht! Hemel en aarde zijn vol van Uw glorie! Hosanna in 't hoogste! Gesegend zij Hij Die komt in de Naam des Heren! Hosanna in 't hoogste!"
De Koning der Barmhartigheid kijkt naar ons en spreekt:
"In de naam van de Vader, en des Zoon - dat ben ik - en des Heiligen Geestes. Amen. Lieve vrienden, vandaag is de hemel voor jullie open. Ik kom bij jullie als Koning der Barmhartigheid en zie, jullie zijn kwetsbare vaatjes. Iedereen krijgt van de Eeuwige Vader in de Hemel verschillende genaden die hen zegenen, die hen heilig maken! Ieder ontvangt andere talenten van de Eeuwige Vader in de Hemel. Laat deze genaden bij Mij bloeien! Als jullie bidden en het wil van de Eeuwige Vader verrichten, dan breken jullie, lieve vaatjes, niet, maar jullie worden heilige vaatjes van de Eeuwige Vader, levende heilige tempelvaatjes, van de Vader, des Zoon - Mijn vaatjes - en des Heiligen Geestes. In deze tijd der beproeving geef Ik mijn genaden overvloedig weg! Veel mensen willen ze niet aanvaarden, willen Me niet aanvaarden. Hun harten zijn verhard. Ik ben vandaag bij jullie gekomen om Mijn Aangezicht in jullie harten te stempelen. Ik wil jullie harten in Mijn Hart nemen zodat jullie allemaal veilig bij Mij zult zijn, want Ik ben jullie Verlosser! Als jullie in Mijn hart zijt, deelt gij ook mijn levensbloed, mijn Kostbaar Bloed."
Nu opent de Vulgata (Heilige Schrift) zich in Zijn linkerhand en mooie stralen komen eruit naar ons toe. Ik zie het bijbelvers van 2 Timoteüs, 2 - 3, 9.
De goddelijke Koning spreekt:
"Lees en mediteer over de Schriften! Dit is het Woord van God, Mijn Woord! Bid de Psalmen, want zij maken je geheel! Wil jij Mij het gebed van de profeetster Hanna uit het Oude Testament geven?"
M.: "Heer, helaas weet ik dit niet. Was er een profeetster Hanna in het Oude Testament? Ik zal het opzoeken en dan geef ik het je!"
(Eigen notitie: Later hebben wij de bijbeltekst nagekeken: 1 Samuel, 2: "Hanna zong een lofzang: De Heer vult mijn hart met grote vreugde, hij verheft me en geeft mij nieuwe kracht!...")
De Koning der Barmhartigheid wijst met Zijn scepter naar de hostie op Zijn borst en spreekt:
"Ik ben het levende Brood dat van de hemel tot jullie is gekomen! Dagelijks bied ik Mijzelf aan in het Heilige Offer van de Mis! In het Heilige Offer van de Mis van Mijn Kerk. Overweeg dit! Ik kom dagelijks naar jullie."
Nu draagt de hemelse Koning een kelk onder de hostie op Zijn borst. Nu is er een hart te zien op de hostie met een vlam op het hart. De kelk die de Heer in Zijn hand draagt bestaat uit een gouden kelkbasis versierd met goudlelies. De open leliebloemen wijzen omhoog naar de kom van de kelk. De agaatkom van Zijn Laatste Avondmaal is te zien boven op de kelkbasis. Dit wordt bewaard in de Kathedraal van Valencia. Van het hart van de Koning der Barmhartigheid stroomt een beetje van Zijn bloed uit Zijn hartswond in deze kelk. Het bloed van Christus kan echter niet vergeleken worden met aards bloed, maar is verheven, stralend bloed. De Koning der Barmhartigheid neemt Zij scepter en doopt het in dit bekertje en spreekt:
"Dit is de kelk van het nieuwe en eeuwige verbond, Mijn bloed, uitgestort voor jullie en voor velen, tot vergeving der zonden!"
Vervolgens besprenkelt de hemelse Koning ons met Zijn Kostbaar Bloed en zegent ons met de woorden "In de naam van de Vader en van de Zoen - dat ben ik - en van de Heilige Geest. Amen."
De Koning der Barmhartigheid kijkt naar mij toe en roept me: "Kom!"
M.: "I... moet ik komen?"
Vervolgens zweeft de Heer naar mij toe en geeft me de kelk van Zijn bloed. Ik open mijn mond en mag het Kostbaar Bloed van Hem ontvangen, wat helemaal niet bitter smaakt, maar zoet.
Dan zegt de Koning der hemel:
"Bid voor Mijn Heilige Kerk! Blijf standvastig, blijf Me trouw! Ik heb vandaag de hemel voor jullie geopend, ik heb jullie besprenkeld met Mijn Kostbaar Bloed en ik heb jullie de kelk gegeven. Mijn genaden worden hier rijkelijk uitgedeeld, op deze plaats, want Ik ben de Heer en omdat het Mijn wil is."
De Koning der Barmhartigheid kijkt ons allen lang aan. Zijn blik gaat naar iedereen toe en Hij spreekt:
"Kijk naar Mij! Ik ben jullie Verlosser en Redder! Kijk niet naar de geest van de tijd en de golven der dwaling. Dwaling zal niet standhouden. Jullie hebben de missie van de hemel, de missie van de Eeuwige Vader, Mijn missie en de missie van de Heilige Geest aangenomen, door mijn bode, de Heilige Aartsengel Michaël. Dit is jullie genade. Mijn allerheiligste Moeder Maria heeft het mosterdzaadje van geloof en heiligheid in Duitsland geplant. De mensen luisterden niet naar Haar woorden. Maar de plant groeide uit het zaad. Wie naar Mijn woord luistert, zal niet verloren gaan. Vraag om barmhartigheid voor jullie land! Zo zal jullie grond niet verloren gaan. Het is tijd op te breken! Gebed, boete, offer, vergoeding! Breng het Heilige Offer van de Mis aan, want Ik ben geheel in vergoeding voor de beledigingen van God, de Eeuwige Vader. Vreugd je, want Ik ben bij jullie! Ik zal jullie niet verlaten!"
De Heer zweeft langzaam terug.
M.: "Serviam, mijn Heer. Vaarwel!"
De Koning der Barmhartigheid zegent ons:
"In de naam van de Vader en van de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen."
Terwijl de Koning der Barmhartigheid verder wegbeweegt, wenscht Hij gebed:
"O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, red ons van de vuren der helle, leid alle zielen naar de hemel, vooral die er het meest behoefte aan hebben. Amen."
De hemelse koning keert terug in het licht en verdwijnt. Zo doen ook de engelen.
Dit bericht wordt gegeven zonder voorbehoud ten aanzien van het oordeel van de Rooms-Katholieke Kerk.
Copyright. ©
Kijk naar de Bijbelpassages 2 Timoteüs 2 - 3, 9 en 1 Samuel 2 voor het bericht!
De Tweede Brief aan Timoteüs, Hoofdstuk 2
Zelfopofferende Dienst voor Christus
3 Lijd met mij als een goede soldaat van Jezus Christus.
9 Want daarvoor moet ik lijden, geboeid alsof ik een misdadiger ben; maar het woord Gods is niet geboeid.
Het Eerste Boek van Samuel, Hoofdstuk 2
1 Hanna bad en zei: Mijn hart is vol vreugde in de Heer, / Grote kracht geeft de Heer mij; / Wijd open staat mijn mond tegen mijn vijanden; / Want ik verheug me in Uw hulp.
Niemand is heilig dan de Heer; / want zonder u is er geen (God); / niemand is een rots als onze God.
Spreek niet altijd zo vooruitstrevend, / laat geen onbeschaamd woord uit je mond komen; / want de Heer is een kennisgevende God / en bij hem worden daden getoetst.
Het boog van helden zal breken, / maar de wankelmoedigen zullen zich omgorden met kracht.
Die vol zijn, zullen gebrek aan brood hebben, / maar de hongerige kunnen eeuwig genieten; / De onvruchtbare zal zeven kinderen krijgen, / maar de rijken zullen verdorren.
De Heer maakt dood en levendig, / hij leidt naar het rijk der doden en leidt ook op.
De Heer maakt arm en macht rijk, / hij vernederd en verheft.
Hij verhefft de zwakke uit het stof / en verheft de armen die in het vuil liggen; / hij geeft hem een plaats bij de edelen, / hij wijst hem een ereplaats toe. / Ja, de zuilen van de aarde behoren tot de Heer; / op hen heeft Hij de wereld gesticht.
Hij bewaakt de stappen van zijn vrome mensen, / maar de goddelozen zwijgen stil in het duister; / want een mens is niet sterk door eigen kracht.
Wie strijdt tegen de Heer zal breken, / de Allerhoogste zal de hemel doen donderen, / de Heer zal oordeel vellen tot aan het einde van de aarde, / hij zal zijn koning kracht geven / en de macht van zijn gezalfde vergroten.
Dan keerde Elkanah terug naar huis in Ramah, maar vanaf dat moment was de jongen in dienst van de Heer onder toezicht van Eli de priester.
De Schuld van het Huis van Eli
12 De zonen van Eli waren nutteloze mensen. Zij zorgden niet voor de Heer
13 en zij gedroegen zich zo tegenover het volk: Wanneer iemand een offer bracht en het vlees kookte, kwam er een dienaar van de priester met een drieprikker in zijn hand.
14 Hij stak hem in de ketel of pot, in de kom of schaal, en alles wat de vork omhoog bracht nam de priester voor zichzelf. Zo deden zij met alle Israelieten die naar Shiloh kwamen.
15 Nog voordat het vet was verbrand, kwam de dienaar van de priester en zei tegen de man die offerde: "Geef me vlees om te roosteren voor de priester; maar hij zal geen gekookt vlees van jou aanvaarden, alleen rauw.
16 Toen de man antwoordde: "Eerst laat het vet in rook opgaan, dan neem wat je hart begeert," zei de dienaar tegen hem: "Nee, geef het me nu direct, of ik zal het met geweld nemen.
17 De zonde van de jongens was zeer ernstig in de ogen van de Heer, want zij behandelden het offer van de Heer met minachting.
18 Maar jonge Samuel diende voor het aangesicht des Heren, gekleed in een linnen efod.
19 Zijn moeder maakte hem elk jaar een klein bovenkleding en bracht deze naar hem toe wanneer zij met haar man omhoog ging om de jaarlijksche offerande te brengen.
20 Toen zegende Eli Elkanah en zijn vrouw, en zeide: De Heere geve u nog andere nakomelingen van deze vrouw voor diegene welke hij van u gevraagd heeft; dan keerden zij terug naar hun woonplaats.
21 Nu nam de Heere Hannah weg; zij werd zwanger en baarde drie zonen en twee dochters. En het jongetje Samuel groeide op voor den Heere.
22 Eli was zeer oud geworden. Hij hoorde over alles wat zijn zoons aan al de Israelieten deden, ook dat zij bij de vrouwen lagen die aan de ingang van het Tent der Samenkomst waren.
23 Hij zeide tot hen: Waarom doet gij dit? Waarom moet ik zulke slechte zaken over u horen van iedereen?
24 Nee, mijn zoons! Wat ik over u hoor onder het volk des Heren is niet goed.
25 Als een man tegen een man zondigt, kan God de scheidsrechter zijn; maar als een man tegen den Heere zondigt, wie zal voor hem tussenkomen? Maar zij luisterden niet naar het woord hunner vader; want des Heren besluit was dat zij zouden omkomen.
26 Maar het jongetje Samuel groeide op en werd steeds meer in aanzien bij den Heere en ook bij de mensen.
27 Toen kwam een man Gods tot Eli, en zeide tot hem: Zo spreekt de Heere: Habe ik mij niet duidelijk openbaard aan het huis van uw vader toen zij in Egypte waren onder Pharao's huis?
28 Ik koos hen uit voor Mijzelf als priesters boven alle stammen Israëls, opdat zij mijn altaar zouden opgaan en de reukofferande aanbrengen en het efod voor Mijn ogen dragen. Ook heb ik uw vaderhuis al het vuuroffer van de Israelieten gegeven.
29 Waarom veracht gij dan de offers en spisofferanden die Ik beveel uit woede? Waarom eer gij uw zoons meer dan Mij, en waarom vet gij uzelf met het beste van al de offergaven mijns volks Israel?
30 Daarom spreekt de Heere, God Israëls: Ik had vast beloofd: Uw huis en uw vaderhuis zouden hun dienst doen voor Mijn aangesicht tot in eeuwigheid. Maar nu spreekt de Heere: Ver van Mij zij het! Want ik zal alleen die eeren die mij eren; maar wie mij veracht, die zal met schande worden bedekt.
31 De dagen zullen komen dat Ik uw arm afhouw en de macht uws vaderhuis verniel; er zal geen ouderling meer zijn in uw huis.
32 Gij zult met neid kijken naar al het goede wat de Heere aan Israel doet, maar nooit weer zal een ouderling zijn in uw huis.
33 Enen alleen zal Ik niet van mijn altaar afhouwen wanneer ik uws ogen verbreek en uw ziel laat versmachten; maar al de nakomelingen uws huizes zullen sterven in hun jeugd.
34 Dit zal het teken zijn dat zich zal voltrekken bij jullie twee zoons Hofni en Pinhas: Zij zullen beiden op één dag sterven.
35 Maar ik zal voor mijzelf een betrouwbare priester aanstellen die naar mijn hart en volgens mijn plan handelt. Ik zal hem een huis bouwen dat blijft bestaan, en hij zal altijd zijn dienst verrichten in het oog van mijn gezalfde.
36 Dan zullen de overgeblevenen uit uw huis komen en zich voor hem neerwerpen om enkele munten of een broodje, zeggend: 'Laat me toe tot één der priesterlijke groepen, opdat ik iets te eten krijg.
Bronnen: